Begin met het weken van de droge noedels in lauw water, terwijl doe je de voorbereiding van de andere ingrediënten. Tegen de tijd dat u klaar bent om ingrediënten in de pan leggen, zouden de noedels flexibel moeten zijn, maar niet papperig. Snij de tofu in 1 cm lang lucifers. Bij het snijden zou de tofu een mozzarella consistentie moeten hebben. Bak de tofu apart goudbruin en hard. Snijd de Chinese bieslook in 1 cm lange stukken. Leg een paar takjes verse bieslook opzij voor de garnering. Voeg de sjalot en knoflook samen.

Gebruik een wok. Als u niet beschikt over een wok, zal elke grote pot voldoen. Verwarm op hoog vuur en giet olie in de wok. Bak de pinda’s tot geroosterd en verwijder ze uit de wok. De pinda’s kunnen ook worden geroosterd in de pan zonder olie. Voeg sjalot, gezouten raap, knoflook en tofu toe en roer ze tot ze bruin beginnen te worden. De noedels moet flexibel zijn. Giet de noedels af en voeg toe aan de wok. Roer snel om zodat niet alles aan elkaar begint te kleven. Voeg tamarinde, suiker, vissaus, chili peper en raap toe. Roer om. De warmte moet hoog blijven.  Maak ruimte voor het ei door alle noedels aan de zijkant van de wok te brengen. Breek het ei op de wok en scramble het tot het bijna gaar is. Vouw het ei in de noedels. De noodles moeten zacht en taai zijn. Als de noodles te hard (niet gekookt)zijn, voeg dan een klein beetje water toe. Wanneer u de juiste smaak krijgt, voeg garnalen toe en roer. Voeg witte peper toe. Voeg sojascheuten en bieslook. Roer een paar keer.

Giet op een bord en bestrooi met pinda’s. Serveer warm met een schijfje limoen op de zijkant, rauwe Chinese bieslook en rauwe sojascheuten op de top.

Zoals altijd in Thailand zijn specerijen zoals suiker, chili peper, azijn en vissaus verkrijgbaar aan tafel voor uw persoonlijke smaak.