Garnalenpotjes
Conserveren met vet, niet meteen de meest magere manier, maar dit wou ik al zo lang testen. Een warme toast besmeerd met deze garnaaltjes, een heerlijk zondig momentje.
600 g grijze garnalen (ongepeld)
400 g geklaarde boter (check hier hoe te maken)
1/2 tl gemalen foelie
flinke snuf zwarte peper
10 g ansjovispasta
sap van 1/2 citroen
Pel de garnalen en houd de schalen opzij.
Houd 100 g van de boter opzij, smelt de overige boter op een zacht vuur en voeg de foelie, zwarte peper, citroensap en zoveel als mogelijk garnaal pantsers toe.
Laat deze minimum 30 minuten trekken. Haal de garnaal pantsers met een schuimspaan uit de boter.
Verdeel de gepelde garnalen over een aantal (niet te grote) weckpotjes en giet er de boter uit de pan over.
Zet de garnalenpotjes in de koelkast tot ze gestold zijn.
Smelt de overgebleven boter. Giet een laagje boter over de gestolde inhoud. Zorg dat er geen garnalen meer boven de oppervlakte uitsteken. Zet de garnaaltjes terug in de koelkast zodat deze kunnen stollen. Op deze manier kan je ze 2 weken bewaren. Eens begonnen moet je ze meteen opmaken, vandaar dat je best geen al te grote potjes gebruikt. Je kan de potjes ook invriezen.
Serveer op kamertemperatuur met een warme toast.
Foto: © Thomas Van de Water