Zuurdesemstarter
Prachtig toch, zo’n brood, dat was wat ik dacht toen ik dit fotogeniek exemplaar fotografeerde voor een klant van mij.
Dit zou ik ook wel willen kunnen. Er zat dus niets anders op dan te beginnen bij het begin, de ‘zuurdesemstarter’.
Ik kan je nu al zeggen dat zo’n natuurlijk rijsmiddel in leven houden niet eenvoudig is, ik heb m’n reanimatie skills al meermaals moeten bovenhalen. Het resultaat is nog steeds niet zoals op de foto, maar we leven op hoop.
bloem van harde tarwe
water
micro-organismen die van nature door je keuken zweven
Roer een paar honderd gram bloem met voldoende water tot een dik papje (ongeveer 200 g)
Giet het mengsel in een schone weckpot en sluit de bovenkant losjes af met een stuk keukenpapier.
Zet het op een warme plek en controleer af en toe of er al bubbels ontstaan. Als er na een week nog geen bubbels zijn verschenen, moet je het mengsel weggooien en opnieuw beginnen.
Zodra je bubbels ziet, moet je het mengsel gaan voeden. Roer hiervoor nogmaals 200 g bloem met wat water tot een papje en klop dit met een garde door je mengsel.
Twee dagen later moet je mengsel al een stuk steviger bubbelen. Gooi de helft weg en voed het mengsel nogmaals zoals hierboven. Bewaar om alles een beetje in de hand te houden de zuurdesemstarter vanaf nu in de koelkast. Hij blijft bubbelen, maar door de kou verloopt het proces een stuk trager. Gooi één keer per week de helft van het mengsel weg en voed het daarna weer.
Roer het mengsel tussentijds met een garde weer glad als dat nodig is.
Als je mengsel heel stevig bubbelt, wordt het tijd om voorzorgsmaatregelen te treffen. Gooi de helft van je mengsel niet weg, maar zet het in een afsluitbaar bakje in de vriezer. Mocht je originele zuurdesemstarter op een bepaald moment niet meer actief zijn, dan kun je de ‘kloon’ ontdooien, direct voeden en hem op een warm plekje zetten, zodat hij weer tot leven komt.
Klaar om te gaan bakken? Gebruik dan de helft van je zuurdesemstarter om brooddeeg te maken. De overgebleven helft voed je zoals hierboven en bewaar je.
Recept: Ambachtelijk Culinair door Tim Hayward
Foto: © Thomas Van de Water