Citroenrisotto met groene kruiden en Zeeuwse kokkels en een jus van kokkels en witbier
Goed voor 4 personen
120g risottorijst
1 sjalotje (fijngesnipperd)
1 teentje knoflook (fijngehakt)
peper
zout
1 dl droge witte wijn
360 g kippenbouillon
3 el Parmezaanse kaas
1 el opgeklopte room
20 g boter
sap en zeste van 1 citroen
4 el gehakte groene kruiden (peterselie, bieslook, basilicum, koriander,dragon, …)1kg Zeeuwse kokkels (vers gelassent)
peper
1 klein uitje (fijngesneden)
tijm
rozemarijn
1/2 flesje bier (zoals St-Bernardus tripel)
extra boter
2 el opgeklopte room
sap van 1 limoenbieslook
jonge basilicum
Bak de rijst met de sjalot en de look aan in een scheutje olijfolie. Kruid met peper en zout. Als de sjalot en look glazig worden, mag je ze blussen met de wijn. Laat de wijn verdampen en voeg dan lepel voor lepel de kippenbouillon toe tot de rijst mooi beetgaar is. Wacht telkens tot de rijst alle kippenbouillon heeft opgenomen vooraleer je nieuwe bouillon toevoegt. Meng er voorzichtig de Parmezaanse kaas, boter en opgeklopte room onder. Zorg dat het mengsel mooi smeuïg is, voeg indien nodig nog wat kippenbouillon en olijfolie toe. Verfris de risotto ten slotte met wat citroensap en zeste en meng er de gehakte groene kruiden onder.
Voor de kokkels maak je 2 koekenpannen heel heet met wat maïsolie. Kruid de kokkels met peper, ui, knoflook, tijm en rozemarijn. Bak de garnituren en de kokkels hard aan en voeg het bier toe. Sluit af met het deksel en laat één minuut goed stomen. Schud de pannen goed op. Haal de kokkels uit de pannen en zeef het vocht. Laat dat vocht een beetje inkoken met boter en room en verfris met limoensap. Mix luchtig!
Werk af met bieslook en jonge basilicum.
Recept: Sergio Herman kookt van aardappel tot zeetong
Fotografie: © Thomas Van de Water